12 september 2017

Marinus Boezem


Marinus Boezem in zijn atelier, Middelburg.

"....
Boven in het voormalige weeshuis is een grote ruimte ingericht als atelier. Geen verftubes of schildersezels, wel veel boeken. Een groot, degelijk bureau staat tegen een wand die volhangt met foto’s, affiches en andere documenten. Zoals de cover van een Privé uit de jaren negentig: ‘Heeft BOEZEM ook vier vrouwen?’

‘Je zou het misschien niet zeggen als je deze oude man in zijn grote weeshuis ziet, maar ik ben als kunstenaar juist begonnen door het atelier af te zweren.’

Als jongeman ging Boezem, gekleed in een driedelig pak, met een aktetas vol ideeën, langs musea. ‘Die attitude was een statement: ik wilde niet bij de ‘artistiekelingen’ horen. Kunstenaars die altijd naar terpentijn roken, met scheuren in hun broek en handen vol verfvlekken. Ik wilde ook niets te maken hebben met de oubollige romantiek van het atelier, waar het kunstenaarschap ongemakkelijk en in eenzaamheid beleefd moest worden. Voor mij kon de hele wereld een atelier zijn.’

Een telefoon, een balpen en notitieboekjes: meer had Boezem niet nodig. ‘Ik maakte werk met mijn hoofd, niet met mijn handen. Pas als er vraag naar was, liet ik de ideeën uitvoeren. Het praktische werk delegeerde ik.’
....
Toen Boezem vijftig jaar werd, was de tijd rijp voor een atelier. ‘Ik stopte met lesgeven en ineens had ik behoefte aan een eigen ruimte. Het was wel even wennen, want ik heb kunst maken nooit gezien als ‘naar mijn werk gaan.’ Voor mij is creativiteit een totale hoedanigheid: ik ben met mijn werk bezig als ik de krant zit te lezen, als ik slaap. Het is ook ondenkbaar om met pensioen te gaan. Mijn kunst is totaal vermengd met mijn persoon, met mijn leven.’

Dat is goed te zien aan de wand van het atelier, Boezems uitzicht als hij aan zijn werktafel zit. Er hangen foto’s van zijn familie, tekeningen van kleinkinderen, schetsen voor kunstwerken, portretten van bevriende kunstenaars (een zwart-witfoto van Maria-Rosa tussen een jonge Lawrence Weiner en Marina Abramović), uitnodigingen voor openingen.
....
Het atelier is eerder een visueel archief dan een werkplaats. ‘Ook nu ik een atelier heb, sta ik niet de hele dag met een hamer in mijn hand. Maar deze handjes kunnen wel wapperen!’ En dan komt de aap uit de mouw: er blijkt beneden nog een werkplek te zijn, eentje waar je wél vieze handen krijgt, met zaagmachines en een werkbank. Boezem: ‘Modellen en schetsen maak ik zelf. Maar de meeste dingen – graniet hakken bijvoorbeeld – laat ik uitvoeren door mensen die het beter kunnen dan ik.’
...."
(bron: De Correspondent, foto: Lana Mesic)


Marinus Boezem: The Vanishing of the Artist, 2015. (Installation with birdseed and a webcam on the roof of the atelier of the artist.)
(bron: Upstream Gallery)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten